#1 Spreek af met andere docenten
‘De eerste stap is om met andere docenten om de tafel te gaan zitten’, vertelt Thiesen-van Staveren. ‘Een fysieke les ombouwen vraagt namelijk in de eerste plaats om afstemming met andere betrokkenen: maak duidelijk wat de student na afloop moet kennen en kunnen en wat iedere docent in zijn curriculum of les wil bereiken.’
#2 Wat kan thuis?
‘In die bespreking met het team kun je vervolgens kijken welke stof in de e-learning past. Wat kunnen studenten thuis zelf voorbereiden? Dat is theorie die zij in hun eigen tijd en tempo kunnen doornemen. Bedenk ook wat voor opdrachten goed passen om kennis en vaardigheid op te doen en te verwerken. Er zijn veel praktische boeken met werkvormen die je kunt inzetten.’
#3 Aanvulling, geen invulling
‘De interactieve les is bedoeld om de theoretische stof te verwerken. Geen herhaling ervan dus’, waarschuwt Jojanneke Thiesen-van Staveren. ‘Zo kan de les zijn om vragen te beantwoorden, interactief casuïstiek te bespreken, tips en feedback uit te wisselen of actief de stof te verwerken. Een leuke werkvorm daarvoor vind ik 60 seconds. Daarin krijgen studenten 60 seconden om een begrip te omschrijven zonder het te noemen. Ook het oefenen van gespreksvoering of conflicthantering past bij uitstek in de fysieke les.’
#4 Passen en meten
‘De lesstof in de fysieke les moet aansluiten op wat studenten in de e-omgeving hebben voorbereid. Houd er wel rekening mee dat dat wat je bespreekt in de interactieve sessie, aansluit op waar de studenten ongeveer moeten zijn: zo komt een sessie over euthanasie en hulp bij zelfdoding te vroeg als de studenten nog aan het leren zijn over symptomen en begrippen die bij palliatieve zorg horen. Wil je zeker zijn dat studenten voorbereid in de les verschijnen? Begin de les dan met bijvoorbeeld een kennisquiz.’
Tekst: Naomi van Esschoten
Jojanneke Thiesen – Van Staveren is één van de experts tijdens onze Masterclass Blended leren in het zorgonderwijs.