Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Hoe leert ons brein?

Leren draait niet om nieuwe hersencellen, maar om de manier waarop bestaande hersencellen met elkaar communiceren. Ontdek hoe onze hersenen zich aanpassen en informatie opslaan tijdens het leerproces.

Wat gebeurt er in je hoofd als je iets nieuws leert?

Leren is een proces waarbij verschillende hersengebieden met elkaar in contact staan. Wanneer je iets nieuws onder de knie probeert te krijgen, wisselen zenuwcellen – of neuronen – signalen uit. Naarmate je vaker oefent, worden deze verbindingen tussen hersencellen sterker en efficiënter.

Toch geloven veel mensen nog dat leren komt door de aanmaak van nieuwe hersencellen. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat ruim 80% van toekomstige leraren dacht dat leren letterlijk nieuwe hersencellen creëert. Deze misvatting noemen wetenschappers een ‘neuromythe’.

 

Hoe communiceren hersencellen met elkaar?

Het brein bestaat uit miljarden neuronen. Elke neuron heeft uitlopers: dendrieten om signalen te ontvangen en een axon om signalen door te sturen. De communicatie binnen een neuron is elektrisch – een zogenoemd actiepotentiaal. Maar tussen neuronen onderling verloopt de communicatie chemisch, via stoffen die neurotransmitters heten. Deze stoffen worden overgedragen via kleine openingen tussen zenuwcellen, de synapsen.

Wanneer je iets leert, zoals het bespelen van een muziekinstrument, gaan de betrokken hersengebieden met elkaar communiceren. Neuronen die vaak samenwerken, bouwen een verbinding op die sneller en nauwkeuriger wordt.

 

Een voorbeeld: leren pianospelen

Denk aan het moment dat je begint met pianospelen. Hierbij gebruiken je hersenen onder andere het motorisch, auditief en visueel systeem. In het begin zijn de verbindingen tussen deze gebieden nog zwak. Het resultaat? Je spel klinkt wat houterig en onzeker.

Vergelijk het met een wandeling in een dichtbegroeid bos zonder paden. Je moet je een weg banen tussen de struiken, wat veel moeite kost. Maar zodra je vaker oefent, worden de verbindingen tussen de hersengebieden sterker. De signalen bewegen soepeler en je spel verbetert hoorbaar. Nu is het alsof je vaker over hetzelfde bospad loopt – het pad wordt duidelijker en gemakkelijker te volgen.

Stop je met oefenen? Dan worden de verbindingen minder actief, en neemt je vaardigheid af. Net zoals een ongebruikt bospad langzaam weer dichtgroeit.

Maar als je de vaardigheid echt onder de knie hebt, blijven de verbindingen stevig. Zelfs na een pauze kun je het weer snel oppakken – vergelijkbaar met een goed belopen pad in het bos dat zichtbaar blijft, ook al heb je er een tijd niet overheen gelopen.

 

Tot slot

Leren draait niet om nieuwe cellen, maar om versterking van bestaande verbindingen in het brein. Door herhaling en oefening past het brein zich aan, waardoor informatie sneller en beter verwerkt kan worden. Begrijpen hoe dit werkt helpt ons niet alleen bij het leren zelf, maar ook bij het ontkrachten van hardnekkige misverstanden over hoe onze hersenen werken.