Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

‘Generatie Z lijkt zo zelfstandig, maar is dat nog niet’

Ze zijn lui, snel beledigd en zitten de hele dag op hun telefoon. Zijn deze eigenschappen kenmerkend voor ‘generatie Z’? En is de kloof met de docent uit generatie X, Y of generatie Pragmatisch echt groter dan tussen eerdere generaties?

Generatie Z is de moeilijkste om mee te werken, komt naar voren uit een Amerikaans onderzoek onder managers en bedrijfsleiders. Maar liefst 74 procent van de werkgevers vindt deze generatie moeilijker om mee te werken dan andere generaties. ‘De redenen kan ik wel raden, lacht senior adviseur en trainer James Smith van Youngworks: ‘Ze zijn niet gemotiveerd, willen niet hard werken maar zijn wel enorm mondig. Terwijl veel werkgevers – en docenten – denken: ga eerst maar eens werken of wat presteren.’

 

In beweging

Zelf komt Smith uit de generatie Pragmatische generatie (1971-1985). ‘Woorden die daarbij horen zijn daadkrachtig, zelfredzaam en onafhankelijk, en onze werkwaarden zijn gericht op groei en resultaat. Die eigenschappen passen wel bij mij: ik wil graag mensen in beweging zetten. Zo heb ik evenementen georganiseerd voor het Spoorweg- en Scheepvaartmuseum, en heb ik trainingen gegeven aan jongeren om uit hun comfortzone te komen en dingen te veranderen. Met mijn achtergrond in Social Work en communicatie zet ik mijn kennis nu in bij adviesbureau Youngworks, dat onderzoekt wat jongeren tussen de 12 en 25 jaar drijft en hoe je hen in beweging krijgt.’

 

Alles kan online

Terug naar generatie Z: hoe komt het dat de kloof zo groot lijkt met eerdere generaties? ‘Die kloof is niet groter, maar het is wel belangrijk om te begrijpen wat er gebeurt’, vertelt Smith. ‘Jongeren geboren in generatie Z, tussen 2001 en 2015, zijn opgegroeid in een wereld die heel snel gaat. Ze beschikken altijd over informatie en alles kan online. Maar het echte leven is minder snel. Ook vraagt het om niet alleen iets te vinden, maar dat ook te beargumenteren. Dat moeten jongeren nog leren: het brein is nog in ontwikkeling. Voor docenten is het belangrijk om ze uit te leggen dat je stappen moet zetten om van A naar B naar C te komen: zelf structuur aanbrengen vinden jongeren lastig.’

 

Overal een mening over

Naast de 24/7-digitale wereld is er nog een belangrijke ontwikkeling waar docenten niet aan voorbij moeten gaan: hun jeugd kenmerkt zich door grote crises en toenemende polarisatie. ‘Dat maakt generatie Z omgevingsbewust en serieus, maar het betekent ook dat ze overal een mening over ‘moeten’ hebben. Ze willen impact maken en daardoor voelen ze zich verantwoordelijk voor hun succes én voor hun falen. De Z staat dan ook voor ‘zelf’. Dat zien docenten terug in gedragsproblemen en depressieachtige klachten. Meisjes zijn bijvoorbeeld zelf’bewust’. Tegelijkertijd kunnen ze zich negatief vergelijken met TikTok-sterren: ze hebben nog niet de vaardigheid om emotioneel te relativeren. Jongeren lijken misschien mondig en zelfstandig, maar zijn dat echt nog niet.’

 

Andere boeg

De typerende kenmerken van generatie Z vragen van de docent om het soms over een andere boeg te gooien. ‘Generatie Z is niet lui, maar de digitalisering heeft wel gevolgen voor de manier waarop zij leren en docenten lesgeven. Als een leerling alles kan googelen, waarom zou zij dan nog rijtjes stampen?’, vraagt Smith retorisch. ‘Deze generatie voelt soms weerstand tegen leren, maar soms is parate kennis wel degelijk van belang. Om jongeren daarin mee te krijgen, kun je bijvoorbeeld activerende werkvormen gebruiken. Ook het principe ‘online inspireren, offline integreren’ kan een goede methode zijn: dan komen ze naar school om de kennis toe te passen of te verwerken die ze zelf online hebben opgedaan.’

 

Jongeren van toen

Overigens vergeten veel volwassenen dat ook zij jong zijn geweest. ‘De formatieve jaren vinden plaats tussen het 10e en 25e jaar. Dan ontwikkelen mensen hun identiteit. Dat is altijd in relatie tot de omgeving, de context. Wil je de jongere van nu goed begeleiden, verdiep je dan eens in het wereldbeeld waarmee die opgroeit. Een wereld die wij, de volwassenen van nu, hebben gecreëerd. Dan zie je dat de generatiekloof niet groter is, maar wel anders, omdat deze generatie voor andere uitdagingen staat.’ Maar, zo waarschuwt James Smith, alleen kennis over generaties is niet zaligmakend: ‘Mensen zijn altijd meer dan hun generatie. Het is een hulpmiddel, maar blijf wel kijken naar het individu.’

 

Meer weten?

Tijdens het congres Zorgonderwijsvernieuwers op 24 april 2024 belicht James Smith hoe je generatiegericht kunt werken met praktische kennis en tips.
Bekijk het programma en ik meld mij aan voor dit congres

Tekst Naomi van Esschoten