Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

‘Ik proef angst om in de zorg over fouten te praten’

Onderwijs is vooral zinvol als mensen kennis opdoen die ze willen opdoen, stelt Harold Bekkering, hoogleraar sociaal cognitieve neuropsychologie. Het heeft weinig zin om trainingen aan te bieden waarvoor de motivatie ontbreekt. ‘Je leert bijvoorbeeld veel van praten over gemaakte fouten. Dan gaat het over het doen en laten van mensen in plaats van over theorie die ze niet interessant vinden.’

Hoe motiveer je mensen om te leren? Wat maakt mensen nieuwsgierig naar het opdoen van kennis? Harold Bekkering doet er als neuropsycholoog onderzoek naar. De dertig jaar oude zelfdeterminatietheorie is daarbij een belangrijk uitgangspunt. In die theorie wordt gesteld dat autonomie, verbondenheid en een gevoel van competentie, dus het gevoel hebben dat je goed bezig bent, belangrijke elementen zijn om leren te bevorderen. ‘Wij onderzoeken onder meer of er een hiërarchie in deze elementen zit’ licht Bekkering toe. ‘Of het een belangrijker is dan het ander. Zo blijkt dat als je een taak te moeilijk maakt, mensen zich niet meer competent voelen en autonomie er niet meer toe doet.’

Als neuropsycholoog kijk je op een andere manier naar onderwijs dan de meeste onderwijskundigen. Wat is het verschil?
‘Onderwijskundigen zetten de stof en de didactiek centraal. Zij focussen zich op evidence-based interventies die het onderwijs beter moeten maken. Een bekend voorbeeld is het spacing effect, het inzicht dat mensen beter leren als er ruimte tussen de leermomenten wordt gelaten. Of het testing effect, als je weet dat je voor een toets leert, je meer onthoudt. Dat klopt allemaal wel. Maar voor mij gaat onderwijs over iets anders. Namelijk, wat wil de leerling bereiken? Voor mij staat niet de stof maar de student centraal. Mensen kunnen zichzelf leren kennen door onderwijs. Ontdekken welke omgeving bij ze past en waar ze warm van worden. Mensen moeten ook gemotiveerd zijn om iets te leren. Een training aanbieden die niet als zinvol wordt ervaren, heeft weinig nut en effect.’

In de zorg zijn veel trainingen verplicht. Medewerkers ervaren die trainingen niet altijd als zinvol. Bijvoorbeeld omdat ze vaardigheden trainen waarvan ze vinden dat ze die al hebben. Hoe zou je de trainingen zinvoller kunnen maken en medewerkers meer kunnen motiveren?
‘Geef ruimte aan de autonomie van de medewerkers en vraag waar ze behoefte aan hebben. Verder denk ik dat betekenisvol onderwijs altijd gaat over iets nieuws leren. En over hoe je iets beter kunt maken. Je leert bijvoorbeeld nergens zoveel van als over eerlijk praten over fouten. Wat is er fout gegaan? Wat is onze rol daarin? Wat kunnen we hiervan leren en hoe voorkomen we het?

In een ziekenhuis en in andere zorginstellingen worden veel fouten gemaakt want de processen zijn heel complex. Maar ik proef angst om daarover te praten. Terwijl ik zeker weet dat zorgmedewerkers die trainingen dan als zinvol gaan beschouwen. Omdat het gaat over hun daadwerkelijke doen en laten. En niet meer over theorie die ze niet nodig hebben of niet interessant vinden.

Daarnaast kun je de motivatie stimuleren door hogere doelen te stellenNadenken over hoe je bepaalde processen beter kunt laten verlopen en daar medewerkers bij te betrekken. Bijvoorbeeld: we willen dat iedereen vaker de handen wast. Hoe zorgen we daarvoor? Hoe gaan we dat aanpakken? Daarmee stimuleer je ook de verbondenheid tussen medewerkers. Je geeft aan: jij bent onderdeel van deze instelling en we nemen je serieus.

Maar als je zegt: “Dit is de stof en dit moet jij leren.” Ja, dan snap ik wel dat mensen daar geïrriteerd over zijn. Dan voel je je niet echt serieus genomen. Zeker als je iets moet herhalen wat je al weet.’

Maar stof die je moet leren, kan toch niet altijd alleen maar leuk en interessant zijn?
‘Dat klopt en dan is het aan de docent om goed uit te leggen waarom het nodig is dat je toch die kennis opdoet. Zo houden de studenten psychologie die ik lesgeef vaak niet van het vak statistiek. Dan geef ik aan dat je als wetenschapper daar toch iets over moet weten. En het is zeker zinvol om die uitleg te geven. Uit onderzoek weten we dat de studenten de kennis na het tentamen dan beter onthouden.’

In een column in De Lerende Mens stel je dat we veel meer ons gevoel zouden moeten gebruiken als het gaat om de keuze voor een studie of beroep. Wat bedoel je daar precies mee?
‘Er wordt te weinig aandacht besteed aan hoe het voelt om iets te doen. Als je op de fiets naar je werk zit, hoe voel je je dan? Heb je al buikpijn omdat de sfeer in het team niet goed is? Dat is een signaal om actie te ondernemen in mijn ogen. Praten of een andere baan zoeken bijvoorbeeld.

Ook in beroepskeuzetesten gaat het vaak om interesses maar niet of dat bij je past. Het kan zijn dat je interesse hebt voor de zorg. Maar word je dan arts of verpleegkundige? Welke persoonlijkheid heb je? Wil je veel verantwoordelijkheid dragen? Of echt met mensen werken, zoals een verpleegkundige doet? Zo kiezen veel jongeren voor de studie rechten en struikelen vervolgens over de vele dikke boeken die ze moeten lezen. Velen vallen uit. Terwijl ze zich van tevoren hadden moeten afvragen: hoe voelt het voor mij om heel nauwkeurig te moeten lezen? Over dit soort aspecten wordt vaak niet goed nagedacht.’

 

Geschreven door: Sigrid Starremans.

Meer over opleiden & ontwikkelen in de zorg? Bekijk ons kenniscentrum voor opleiden & ontwikkelen.

Artikelen over opleiden & ontwikkelen in de zorg in jouw mailbox? Meld aan voor onze nieuwsbrief voor leerhuizen in de zorg of kies voor de nieuwsbrief van Zorgonderwijsvernieuwers.