Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Het verhaal van een stagiaire in de zorg: omgaan met stagiaires die feedback als kritiek ervaren

Lees het verhaal van Sophie, een stagiaire die worstelt met negatieve feedback en zich buitengesloten voelt op de werkvloer. Dit verhaal biedt waardevolle inzichten voor stagebegeleiders die willen leren hoe ze hun stagiaires beter kunnen ondersteunen en opbouwen.

Het volgende verhaal gaat over Sophie, een stagiaire die zich steeds meer buitengesloten voelt en de feedback die ze ontvangt als kritiek ervaart. Dit fictieve verhaal is gebaseerd op realistische ervaringen van verschillende studenten die worstelen met negatieve of onvoldoende steun van hun werkbegeleider. Het is een verhaal waarmee veel stagebegeleiders en werkbegeleiders mogelijk kunnen leren hoe ze effectievere en meer ondersteunende feedback kunnen geven aan hun stagiaires. Door dit verhaal te delen, hopen we bewustwording te creëren over de impact van feedback op de ontwikkeling van studenten en hen te helpen om het maximale uit hun stage te halen.

 

De stage van Sophie in het ziekenhuis

Sophie is 22 jaar en zit in haar derde jaar van de opleiding tot verpleegkundige. Ze heeft altijd hard gewerkt om haar studie goed te doorlopen, maar de laatste tijd voelt ze zich steeds meer onzeker. Dit komt vooral door de feedback die ze dagelijks ontvangt van haar werkbegeleider, Anne.

In het begin van haar stage was Sophie enthousiast. Ze wilde graag leren en had veel zin om haar kennis in de praktijk te brengen. Maar al snel merkte ze dat de feedback die ze kreeg niet opbouwend aanvoelde. In plaats van de dingen die ze goed deed, werd vooral gefocust op wat er niet goed ging. “Dit moet je anders doen,” “Let op dit detail,” en “Dit zou je volgende keer beter moeten doen” waren zinnen die dagelijks uit de mond van Anne kwamen.

In het begin dacht Sophie dat het haar eigen onzekerheid was die haar deed twijfelen aan de feedback. Maar naarmate de dagen vorderden, begon ze zich steeds meer gefrustreerd en verdrietig te voelen. Het leek alsof elke stap die ze zette onder een vergrootglas werd gelegd. “Waarom zie ik nooit iets positiefs?” vroeg ze zich af. “Ben ik zo slecht in wat ik doe?”

Op een dag na een gesprek met Anne over een rapport dat ze had geschreven, begon Sophie zich helemaal uit het veld geslagen te voelen. Anne had haar gevraagd om het rapport opnieuw te maken, omdat de structuur niet goed was. Dit was niet het eerste keer dat ze deze opmerking had gehoord, en Sophie begon het gevoel te krijgen dat ze steeds weer dezelfde fouten maakte, zonder vooruitgang te boeken.

De andere stagiaires op de afdeling leken geen last te hebben van deze dagelijkse kritiek. Ze werkten samen, lachten af en toe en voelden zich zichtbaar op hun gemak. Sophie daarentegen voelde zich steeds meer buitengesloten. De andere stagiaires praatten vaak over hun werk met Anne, gaven elkaar tips en wisselden ervaringen uit, maar Sophie werd steeds meer geïsoleerd. Ze had het gevoel dat Anne haar negeerde, geen interesse toonde in haar werk en zelfs niet met haar wilde overleggen over problemen of vragen die ze had.

Sophie begon te twijfelen of ze wel goed genoeg was voor deze stage. Elke ochtend kreeg ze het gevoel van nervositeit en spanning, want ze wist dat de kritiek alweer zou komen. De onzekerheid over haar werk, het idee dat ze niet goed genoeg was, groeide elke dag. Het leek wel alsof haar werkbegeleider alleen maar naar de negatieve dingen keek, zonder oog voor haar inzet of de vooruitgang die ze toch had geboekt.

Dit leidde tot een vicieuze cirkel van twijfel en onzekerheid. Hoe meer ze het gevoel had dat ze niet goed genoeg was, hoe moeilijker het werd om haar werk goed te doen. Haar zelfvertrouwen kelderde en Sophie merkte dat ze zich steeds meer terugtrok, zowel van de werkbegeleider als van de andere stagiaires.

 

Wat kan werkbegeleider Anne doen?

Het verhaal van Sophie is gebaseerd op de ervaringen van verschillende stagiaires die zich niet gesteund voelen door hun werkbegeleider. Het is een situatie die soms voorkomt, maar die niet onopgemerkt mag blijven. Als werkbegeleider is het essentieel om feedback op een constructieve manier te geven en ervoor te zorgen dat stagiaires zich gewaardeerd en ondersteund voelen.

Door Sophie’s verhaal willen we werkbegeleiders en stagebegeleiders bewust maken van het belang van een evenwichtige benadering van feedback, het tonen van interesse in de stagiaire en het bieden van een open, inclusieve leeromgeving.

Om Sophie te helpen, kan de werkbegeleider (Anne) samen met de stagebegeleider de volgende stappen ondernemen:

Wat de werkbegeleider (Anne) kan doen:

  1. Betrek Sophie bij het proces
    Geef Sophie de kans om haar gevoelens en gedachten te uiten over de feedback. Dit kan in een open gesprek, waarbij Anne uitlegt dat de feedback bedoeld is om te helpen, niet om te bekritiseren. Het kan ook nuttig zijn om samen met Sophie na te denken over de voortgang en de verbeterpunten.
  2. Geef duidelijke en opbouwende feedback
    Feedback moet specifiek en opbouwend zijn. In plaats van algemene opmerkingen zoals “dit moet beter”, kan Anne concrete voorbeelden geven van wat er verbeterd kan worden en hoe Sophie dat kan bereiken. Dit helpt om Sophie te begrijpen hoe ze zich verder kan ontwikkelen.
  3. Creëer een open communicatieklimaat
    Sophie moet zich veilig voelen om vragen te stellen en om aan te geven wanneer ze de feedback moeilijk vindt. Anne kan een open communicatiecultuur bevorderen, waarin Sophie zich op haar gemak voelt om over haar zorgen te praten.
  4. Bied begeleiding en ondersteuning
    Anne moet bereid zijn om Sophie verder te helpen en te begeleiden als ze zich onzeker voelt. Dit kan door het stellen van begeleide taken, maar ook door emotionele steun te bieden wanneer dat nodig is.
  5. Versterk het gevoel van vertrouwen
    Anne kan het vertrouwen van Sophie opbouwen door positieve feedback te geven wanneer Sophie iets goed doet, zelfs als dat klein is. Dit versterkt Sophie’s zelfvertrouwen en helpt haar om te begrijpen dat ze ook vooruitgang boekt.
  6. Maak gebruik van een mentor
    Anne kan Sophie in contact brengen met een mentor binnen het team. Deze mentor kan Sophie ondersteunen en haar helpen om zich meer geïntegreerd te voelen binnen het werkklimaat.

Wat de stagebegeleider kan doen:

  1. Houd een voortgangsgesprek met Sophie
    De stagebegeleider kan een voortgangsgesprek met Sophie inplannen om te praten over de moeilijkheden die ze ervaart. Dit gesprek kan helpen om de zorgen van Sophie te adresseren en een oplossing te vinden voor haar gevoel van uitsluiting.
  2. Zorg voor een goede afstemming tussen werkbegeleider en stagiaire
    De stagebegeleider kan zorgen voor regelmatige afstemming met Anne om te kijken of de feedback effectief is en of Sophie zich ondersteund voelt. Dit helpt om een consistente en gezamenlijke aanpak te waarborgen.
  3. Stel een actieplan op
    In samenwerking met Anne kan de stagebegeleider een actieplan opstellen voor Sophie, waarbij duidelijk wordt aangegeven wat er verwacht wordt, maar ook hoe zij ondersteund zal worden om die doelen te bereiken.
  4. Bied ruimte voor reflectie
    De stagebegeleider kan Sophie aanmoedigen om regelmatig te reflecteren op haar eigen voortgang en de ontvangen feedback. Dit kan helpen om haar perspectief te verschuiven van kritiek naar een kans om te leren.
  5. Monitor het welzijn van de stagiaire
    Als de stagebegeleider merkt dat Sophie zich vaker emotioneel overweldigd voelt, is het belangrijk om haar welzijn actief in de gaten te houden en ondersteuning te bieden, bijvoorbeeld door haar door te verwijzen naar een schoolpsycholoog of andere ondersteunende diensten.

Door zowel op het niveau van de werkbegeleider als de stagebegeleider een gezamenlijke en empathische benadering te hanteren, kan Sophie zich gesteund voelen, wat haar leerervaring en algehele welzijn ten goede zal komen.