Feedback is een essentieel onderdeel van het leerproces, maar veel studenten vinden het moeilijk om feedback op een constructieve manier te ontvangen en toe te passen. Het is daarom belangrijk om hen niet alleen te leren hoe ze feedback kunnen geven, maar ook hoe ze effectief kunnen omgaan met feedback die ze ontvangen. Hieronder worden enkele werkvormen besproken die hierbij kunnen helpen.

1. Reflectie-oefeningen

Een belangrijke werkvorm om studenten te leren omgaan met feedback is het gebruik van reflectie-oefeningen. Na het ontvangen van feedback kunnen studenten gevraagd worden om kort na te denken over de ontvangen opmerkingen. Dit kan schriftelijk of in groepsdiscussies. Vragen die hierbij gesteld kunnen worden zijn:

• Wat heb ik geleerd van deze feedback?
• Welke acties kan ik ondernemen op basis van deze feedback?
• Hoe kan ik deze feedback gebruiken om mijn prestaties te verbeteren?

Door studenten bewust te maken van de waarde van feedback en hen aan te moedigen erover na te denken, kunnen ze leren hoe ze het kunnen omarmen en gebruiken voor groei.

2. Peer Feedback (Peer-to-peer feedback)

Studenten geven en ontvangen feedback van hun peers (medestudenten) in een gecontroleerde omgeving. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een peer review, waarin studenten elkaars werk beoordelen. Het doel is niet alleen om de ander feedback te geven, maar ook om het ontvangen van peer feedback te oefenen. Hierbij kunnen verschillende begeleidingsvormen gebruikt worden:

• Positieve en constructieve feedback: Studenten leren niet alleen positieve feedback te geven, maar ook op een constructieve manier te wijzen op verbeterpunten.
• Rollenwissel: Door afwisselend feedback te geven en te ontvangen leren studenten empathie en het belang van het perspectief van de ander.

3. Feedbackgesprekken

Feedbackgesprekken zijn een andere krachtige werkvorm. Dit zijn gestructureerde gesprekken tussen een student en een docent of mentor, waarin feedback niet alleen wordt gegeven, maar ook actief wordt besproken. Het is belangrijk dat deze gesprekken een veilige omgeving bieden, waarin studenten zich niet aangevallen voelen. De gespreksstructuur kan als volgt zijn:

• Wat ging goed? Start met positieve feedback om de student op zijn gemak te stellen.
• Wat kan beter? Bied verbeterpunten aan met concrete voorbeelden.
• Hoe kan ik dit aanpakken? Samen met de student brainstormen over acties om de feedback te integreren.

Door deze gespreksstructuur leren studenten niet alleen om feedback te ontvangen, maar ook om actief aan hun ontwikkeling te werken.

4. Zelfbeoordeling (Zelfreflectie)

Een andere effectieve werkvorm is zelfbeoordeling, waarbij studenten zichzelf beoordelen aan de hand van vooraf opgestelde criteria. Dit kan helpen bij het ontwikkelen van een kritische kijk op hun eigen werk en het herkennen van verbeterpunten, nog voordat feedback van een docent komt. Het proces van zelfreflectie bevordert het vermogen van studenten om constructieve feedback te geven en te ontvangen, omdat ze zich bewust worden van hun eigen sterke punten en ontwikkelingsgebieden.

5. Feedbackkaarten

Bij deze werkvorm krijgen studenten na een taak of opdracht een kaart waarop ze hun eigen ervaringen met feedback kunnen noteren. Dit kan bijvoorbeeld de volgende vragen bevatten:

• Hoe heb je de feedback ontvangen?
• Wat vond je er moeilijk aan?
• Wat kun je ermee doen in je verdere werk?

Feedbackkaarten maken het mogelijk om het proces van feedback ontvangen bespreekbaar te maken en studenten bewust te maken van hun gevoelens en acties ten aanzien van feedback.

6. Leren in kleine groepjes (Kringgesprek)

In een kleine groep kunnen studenten elkaar feedback geven op specifieke aspecten van hun werk. Dit creëert een veilige omgeving waarin ze niet alleen leren van hun eigen feedback, maar ook van de feedback die anderen krijgen. Dit kan worden gecombineerd met een discussie over de verschillende manieren van omgaan met feedback en het bespreken van reacties en emoties die dit oproept.

Conclusie

Het leren omgaan met feedback is een proces dat tijd en oefening vereist. Door diverse werkvormen in te zetten, kunnen studenten beter leren hoe ze feedback kunnen ontvangen, verwerken en gebruiken om hun prestaties te verbeteren. Werkvormen zoals reflectie-oefeningen, peer feedback, feedbackgesprekken, zelfbeoordeling, feedbackkaarten en kringgesprekken bieden niet alleen handvatten voor de studenten om effectiever met feedback om te gaan, maar ook de ruimte om hun emotionele reacties te begrijpen en er constructief mee om te gaan.