Waarom een gesprek met studenten ertoe doet
Een oprecht gesprek met een student biedt ruimte voor uitwisseling, begrip en ontwikkeling. Studenten willen gehoord worden en zich serieus genomen voelen. Wanneer zij ervaren dat hun inbreng telt, ontstaat er een gelijkwaardige interactie. Dit versterkt niet alleen het onderlinge contact, maar draagt ook bij aan het leerproces.
De structuur van een gesprek
Een doordachte opbouw helpt om een gesprek prettig en doelgericht te laten verlopen. Een gesprek kent doorgaans vijf fases:
Voorbereiding
Bedenk vooraf wat je wilt bespreken en welke vragen je kunt stellen. Geef de student van tevoren helderheid over het doel en verloop van het gesprek. Dat helpt hen zich voor te bereiden en vermindert spanning.
Introductie
Begin het gesprek op een rustige manier. Stel jezelf voor, vraag hoe de student het gesprek ervaart en benadruk dat het gesprek om hem of haar draait. Laat merken dat je openstaat voor wat de student wil delen.
Startvraag
Kies een toegankelijke openingsvraag zoals: “Kun je iets vertellen over hoe je de stage tot nu toe ervaart?” Een eenvoudige, open vraag helpt om de drempel te verlagen en de student in het gesprek te betrekken.
Rompfase
In deze kernfase staat het onderwerp centraal. Toon oprechte belangstelling, luister actief en vraag door waar nodig. Benoem signalen als de sfeer verandert en gebruik metacommunicatie als het gesprek stokt. Bijvoorbeeld: “Ik merk dat je even stilvalt, klopt dat je hierover twijfelt?”
Afsluiting
Rond af met een positieve noot. Vat samen wat er besproken is, benoem wat je met de informatie doet en bedank de student voor het gesprek. Vraag ook hoe de student het gesprek heeft ervaren.
Reflectieve gespreksvoering: luisteren zonder oordeel
Een open gesprek vraagt om oordeelloos luisteren. Dat betekent niet dat je overal akkoord mee moet gaan, maar wel dat je jouw mening niet op de voorgrond plaatst. Dit stimuleert de student tot zelfreflectie en eigenaarschap.
De kracht van reflectief luisteren
Bij reflectief luisteren geef je terug wat je hoort of denkt dat de ander bedoelt, zonder een oordeel te geven. Zo laat je de student voelen dat hij of zij wordt begrepen. Je nodigt uit tot verdieping en vergroot de betrokkenheid.
Wees alert op je non-verbale signalen
Oordelen kunnen onbewust doorklinken in je gezichtsuitdrukking of toon. Een opgetrokken wenkbrauw of een enthousiast “Goed zo!” kan sturen of afremmen. Probeer in plaats daarvan neutrale reacties te geven zoals: “Interessant dat je dat zo ziet.”
Laat oordelen los
Zowel negatieve als positieve oordelen kunnen het gesprek beperken. Door je oordeel voor jezelf te houden, geef je de student ruimte om tot eigen inzichten te komen. Denk aan het motto: “Niet invullen voor een ander (NIVEA).”
Gesprekken over studiekeuze en loopbaan
In opleidingen in de gezondheidszorg, zoals de geneeskunde, spelen loopbaangesprekken een belangrijke rol. Studenten staan vaak voor lastige keuzes, zeker in fasen zoals de coschappen. Het is waardevol om studenten te begeleiden in dit keuzeproces zonder richting te geven.
Loopbaangesprekken ondersteunen zonder te sturen
Bespreek breed de mogelijkheden die er zijn, ook als je zelf minder ervaring hebt met bepaalde velden. Benoem opties zonder voorkeur uit te spreken. Dat helpt studenten om een beeld te vormen dat bij henzelf past.
Stimuleer reflectie
Stel open vragen zoals: “Wat spreekt je aan in deze richting?” of “Wat denk je nodig te hebben om een goede keuze te maken?” Geef ruimte aan twijfels, verlangens en onzekerheden, zonder meteen oplossingen te bieden.
Filosofische gespreksvoering: de socratische houding
De socratische denkhouding – gebaseerd op de filosofie van Socrates – is een waardevolle manier om gesprekken met studenten open te benaderen. Door vragen te stellen zonder zelf de antwoorden te hebben, ontstaat er ruimte voor écht denken.
Wat is de socratische denkhouding?
Als gespreksleider ben je nieuwsgierig en onderzoekend. Je stelt vragen, ook als je zelf denkt het antwoord al te weten. Elk idee is bespreekbaar, mits goed onderbouwd. Je begeleidt het denken, niet de uitkomst.
Creëer een veilige denkruimte
Laat studenten weten dat hun mening telt. Gebruik echo-vragen (“Vrijheid van meningsuiting?”) of neutrale werkvormen zoals voor- en nadelenlijsten om ideeën samen te onderzoeken. Zo voorkom je dat sociaal wenselijke antwoorden ontstaan.
Behandel elke gedachte gelijkwaardig
Stel ook vragen bij meningen waar je het zelf mee eens bent. Zo voorkom je dat je per ongeluk sturend wordt. Het gaat erom dat alle ideeën onderzocht mogen worden, ongeacht jouw eigen voorkeur.
Praktische tips voor gespreksvoering in het mbo
- Ga op ooghoogte zitten: fysieke gelijkwaardigheid helpt om een open sfeer te creëren.
- Praat mét in plaats van tegen de student: geef ruimte aan het verhaal van de ander.
- Gebruik geen waarom-vragen: richt je liever op “Wat gebeurde er?” of “Wat had je op dat moment nodig?”
- Geef geen ongevraagd advies: luister eerst volledig, check of er behoefte is aan advies.
- Herstel waar nodig: merk je dat iets verkeerd overkwam? Benoem het openlijk en kom erop terug.
Het belang van dialoog boven beoordeling
Toetsmomenten zijn vaak eenrichtingsverkeer. Toch zijn ze juist een kans om de dialoog aan te gaan. Vraag: “Wat dacht je toen je de toets terugzag?” of “Wat heb je nodig om de volgende keer beter te presteren?” Zo wordt ook feedback een wederkerige uitwisseling.
Vertrouwen in plaats van controle
Verbinding ontstaat niet vanuit controle, maar vanuit vertrouwen. Door studenten serieus te nemen en gesprekken te voeren waarin zij zelf mogen nadenken, vergroot je hun autonomie en motivatie.