Wat betekent motivatie?
Motivatie is de innerlijke aandrijving die mensen aanzet tot handelen. Het is de kracht achter gedragsverandering, nieuwe gedachten of emoties, het aanpassen van de omgeving of het opbouwen van relaties. Deze aandrijving kan van binnenuit komen (intrinsiek) of voortkomen uit externe prikkels (extrinsiek).
Hoe motivatie werkt
Interne en externe invloeden
Motivatie ontstaat uit een combinatie van biologische, psychologische en sociale factoren. Interne invloeden komen voort uit persoonlijke behoeften zoals autonomie of verbondenheid. Externe invloeden kunnen bestaan uit verwachtingen van anderen of beloningen. Beide kunnen elkaar aanvullen of juist met elkaar in conflict raken.
De rol van behoeften
Er bestaan zowel lichamelijke als psychologische behoeften. Denk aan honger of slaap als lichamelijke drijfveren. Maar ook de behoefte om ergens goed in te zijn of je verbonden te voelen met anderen speelt een grote rol. Deze behoeften kunnen ons gedrag sturen, afhankelijk van de context waarin we ons bevinden.
Motivatie in de psychologie
Psychologen bestuderen motivatie om te begrijpen waarom gedrag ontstaat en waarom het in intensiteit varieert. Dit doen zij aan de hand van observaties van gedrag, betrokkenheid, hersenactiviteit en lichamelijke reacties.
Gedragskenmerken
Motivatie wordt zichtbaar via acties, gezichtsuitdrukkingen en de intensiteit waarmee iemand ergens aan werkt. Ook hoe snel iemand tot actie overgaat en hoe lang iemand zich inzet, zegt iets over de mate van motivatie.
Soorten betrokkenheid
Er zijn vier vormen van betrokkenheid die kunnen wijzen op motivatie:
- Emotionele betrokkenheid: het tonen van enthousiasme of plezier.
- Cognitieve betrokkenheid: geconcentreerd en diep nadenken.
- Gedragsmatige betrokkenheid: volhouden ondanks obstakels.
- Actieve betrokkenheid: initiatief nemen in interacties.
Lichaam en hersenen bij motivatie
Lichamelijke reacties
Motivatie uit zich ook fysiek. Veranderingen in hartslag, hormoonspiegels, huidgeleiding of spieractiviteit geven inzicht in interne toestanden.
Hersenactiviteit
Verschillende hersengebieden worden actief afhankelijk van het type motivatie. Zo reageert de hypothalamus op dorst, terwijl het insulaire gebied reageert bij walging. Technologieën als EEG en fMRI helpen onderzoekers om deze processen te meten.
Hoe motivatie zich ontwikkelt
Motivatie ontstaat uit de wisselwerking tussen interne motieven en externe invloeden. Motieven zoals behoeften, overtuigingen en emoties vormen de basis. Externe omstandigheden – zoals beloningen of verwachtingen – kunnen deze motieven versterken of verzwakken.
Wanneer gedrag een positief gevoel oplevert, neemt de kans toe dat het gedrag zich herhaalt. Zo ontstaat een terugkoppelingseffect dat motivatie versterkt.
Soorten motivatie volgens de zelfconcordantiemodel
Volgens dit model zijn er vier vormen van motivatie:
- Externe motivatie: gedrag gestuurd door externe beloningen of straf.
- Introjectie: gedrag voortkomend uit schuldgevoel of de wens om aan verwachtingen te voldoen.
- Identificatie: gedrag dat als persoonlijk belangrijk wordt ervaren.
- Intrinsieke motivatie: gedrag dat wordt uitgevoerd vanwege plezier of interesse.
Identificatie en intrinsieke motivatie worden gezien als meer in lijn met persoonlijke waarden en leveren doorgaans meer welzijn op.
Vermijding en uitstel
Uitstelgedrag kan voortkomen uit conflicten tussen wat iemand wil en wat nodig is. Fysieke tekorten zoals vermoeidheid spelen hierin mee, maar ook psychologische factoren zoals een gebrek aan autonomie of competentie.
Daarnaast spelen onbewuste motieven mee. Deze zogenaamde impliciete motieven zijn gevormd door eerdere ervaringen en bepalen in sterke mate hoe iemand reageert in bepaalde situaties – vaak zonder dat men zich daar bewust van is.
De invloed van cognities en emoties
Verwachtingen, overtuigingen en doelen beïnvloeden motivatie. Conflicterende doelen kunnen leiden tot vermijdingsgedrag. Emoties spelen hier ook een rol in: positieve gevoelens kunnen motiveren, terwijl angst of twijfel kunnen leiden tot passiviteit.
Invloed van omgeving en relaties
Een stimulerende omgeving helpt om motivatie vast te houden. Afleiding of onduidelijke verwachtingen kunnen juist afremmen. Ook relaties zijn van invloed. Ondersteunende relaties kunnen iemand aanmoedigen om te groeien, terwijl andere relaties kunnen leiden tot twijfel of terugtrekking.
Motivatie verloopt in cycli
Motieven veranderen voortdurend, afhankelijk van de situatie en het moment. Op een bepaald moment kan één motief overheersen, terwijl andere tijdelijk op de achtergrond raken. Dit verklaart waarom iemand de ene dag gemotiveerd is om te leren en de volgende dag liever tijd doorbrengt met vrienden.
Korte vs. lange termijn
Voor saaie taken zijn kortetermijndoelen vaak geschikter, omdat ze sneller feedback geven. Bij interessante activiteiten werken langetermijndoelen beter omdat ze meer vrijheid en flexibiliteit bieden.
Autotelische activiteiten – die om zichzelf aantrekkelijk zijn – hebben minder sturing nodig. Deze worden vanuit zichzelf al uitgevoerd, zonder externe beloningen.
Tot slot
Motivatie is niet constant en verandert afhankelijk van omstandigheden, behoeften en persoonlijke waarden. Door inzicht te krijgen in de verschillende vormen en mechanismen van motivatie, wordt het mogelijk om gerichter keuzes te maken, gedrag te begrijpen en te werken aan persoonlijke groei.