Het gaat om een van de eerste klinische studies naar celtherapie in Europa. ‘Als zo’n studie succesvol is, dan zetten we een grote stap in de behandeling van kanker’ vertelt John Haanen, internist-oncoloog en medisch clusterhoofd van de Medisch Oncologische Disciplines bij het Antoni van Leeuwenhoek. ‘Deze studies zijn enorm belangrijk.’
Spannend voor verpleegkundigen
Niet alleen onderzoekers, ook het verpleegkundig personeel speelt een cruciale rol bij het goed laten verlopen van het onderzoek. Juist omdat celtherapie nog vrij nieuw is en een andere toxiciteit heeft, kunnen er zich onverwachte situaties voordoen. Bijvoorbeeld als het gaat om bijwerkingen van de behandeling. ‘En dat maakt het spannend voor de verpleegkundigen die patiënten met celtherapie gaan behandelen’ vervolgt Haanen. ‘Hoe ga je om met die onzekerheid? Het gedrag van het verplegend personeel is erg belangrijk in dit soort situaties. Ook als het gaat om het nauwkeurig volgen van protocollen en het documenteren van ontwikkelingen. Het vergroten van zelfvertrouwen begint met het verhogen van het kennisniveau.’
Snelle actie
In het AVL werd snel actie ondernomen. Dat er naast scenariotrainingen ook een e-learning moest komen, was evident en werd gedragen door de hele organisatie. Miriam Boer, manager AVL Academie, nam contact op met Bohn Stafleu van Loghum voor de ontwikkeling van een e-learning voor verpleegkundigen die met de desbetreffende patiënten werken. Ook bij Bohn Stafleu van Loghum werd snel gereageerd. In een maand tijd werd de e-learning gemaakt en opgeleverd. Een traject dat normaal gesproken zo’n 4 maanden in beslag neemt. Essentieel hierbij waren de rol van het Raad van Bestuur, de managementlaag, het leerhuis en vooral de inhoudsexperts van het Antoni van Leeuwenhoek.
Veel betrokkenheid
Met behulp van de Hofsteestichting en onze Raad van Bestuur kwam er extra funding voor onderwijs voor celtherapie. Managers lazen in hun weekend stukken door en zorgden ervoor dat dit traject in zo’n snel tempo ontwikkeld kon worden. Ook heel bijzonder was dat Haanen bij de brainstormsessies over de e-learning aanwezig was. Het is niet vanzelfsprekend dat een onderzoeker en arts zo nauw betrokken is bij dit proces. ‘Zijn aanwezigheid heeft alle betrokkenen doordrongen van het belang van de ontwikkeling van de e-learning’ vertelt Boer. ‘Dat werd door de zorgverleners enorm gewaardeerd,’.
Bijdrage verpleegkundigen
Voor Bohn Stafleu van Loghum was de medewerking van de inhoudsdeskundigen erg belangrijk. Ook omdat het om nieuwe, pittige, complexe materie gaat die voor een groot deel nog niet te vinden is in medische bibliotheken. Zonder de intensieve samenwerking met onderzoekers, verpleegkundigen en het leerhuis had de e-learning nooit in zo’n kort tijdsbestek ontwikkeld kunnen worden. De onderzoekers en een gespecialiseerd verpleegkundige schreven stukken voor de e-learning over hun specialisme in relatie tot de studie. Voor de verpleegkundige was dit nog best een uitdaging. Vanwege Covid kon er niet altijd tijd vrijgemaakt worden, maar het AVL zocht naar oplossingen. Het kwam wel eens voor dat het meest gunstigste moment voor samenwerking tijdens de nachtdienst was. Dus hingen de opleidingsadviseur en de leerhuismanager om 23.00 uur aan de telefoon met de verpleegkundige om vragen te stellen over de inhoud van het werk en dit goed te vertalen in de e-learning.
Continu updaten
Uiteindelijk lag binnen vier weken een hoogwaardige e-learning op de plank. Een interactief geheel waarin, naast tekst, ook video’s, afbeeldingen, spraakberichten en infographics zijn opgenomen. Boer: ‘Belangrijk is dat we de e-learning continue kunnen blijven voorzien van updates. Dat is met boeken niet te doen. De ontwikkelingen gaan, zeker op dit terrein, supersnel.’
Voorop lopen
‘Waar je naartoe wilt is een afdeling die zo goed functioneert, dat we het Good Clinical Practice kunnen noemen’ zegt Haanen. Door nu al een e-learning voor celtherapie te ontwikkelen en er zwaar op in te zetten, loopt het Antoni van Leeuwenhoek voorop in het veld, vindt hij. ‘En dat is ook wat we willen, een voorloper en een toonaangevend centrum zijn. Niet alleen als het gaat om de behandeling. We nemen ook andere aspecten die daarbij een rol spelen in ogenschouw. Zoals een heel goed leerprogramma. Zodat ook anderen daar gebruik van kunnen maken.’
Geschreven door: Sigrid Starremans
Meer over opleiden & ontwikkelen in de zorg? Bekijk ons kenniscentrum voor opleiden & ontwikkelen.