Wat is werkplekleren?
De naam zegt het eigenlijk al: leren op de werkplek zelf, in plaats van in de schoolbanken. Leren en werken zijn in elkaar verweven, waardoor zowel medewerkers als organisaties zich voortdurend kunnen blijven ontwikkelen. Door het leren op deze manier vorm te geven kunnen medewerkers zich snel ontwikkelen en aanpassen aan de steeds veranderende vraag van en op de werkvloer. Werkplekleren kan op allerlei manieren plaatsvinden; door stages, praktijklessen, leer-werktrajecten, meelopen met collega’s, reflecteren op eigen handelen, 360-graden-feedback en ga zo maar door. Het gaat er in ieder geval om dat er wordt geleerd van een reële praktijksituatie. Dit kan twee kanten op werken; of geleerde theorie wordt in de praktijk gebracht op een werkplek, of een opgedane ervaring op de werkvloer is het begin van een theoretisch en praktisch leerproces over dat onderwerp. Maar hoe zorg je dat werkplekleren een succes wordt? Hier zijn 11 tips.
1. Creëer draagvlak in de organisatie
Leren moet centraal komen te staan binnen de hele zorgorganisatie. Dit betekent dat het werkplekleren binnen een organisatie gedragen wordt door iedereen, van de werkvloer tot het management. Daarbij geldt ook dat het leren in alle lagen van de organisatie een plek zou moeten krijgen, zodat iedereen zich kan blijven ontwikkelen. Zo ontstaat er een mindset binnen de gehele organisatie die gericht is op groei.
2. Zorg voor een veilig leerklimaat
Waar geleerd wordt, worden fouten gemaakt. Deze fouten worden weer gebruikt om verder van te leren. Dit vraagt om een veilige leeromgeving, waar hier ruimte voor is. Goed leren, reflecteren op het eigen handelen, doelen stellen, om hulp vragen en feedback krijgen kan alleen plaatsvinden als de begeleiding en de sfeer goed zijn. Dit vraagt om een werkplekbegeleider met een coachende houding, en voldoende tijd om professionele begeleiding te geven.
3. Maak tijd om te leren
Een belangrijke voorwaarde bij het werkplekleren is dat er voldoende tijd is om te leren. Om van praktijksituaties een leersituatie te maken, kan het nodig zijn om theorie op te zoeken achter een praktische handeling, klinische lessen bij te wonen, e-learnings te volgen om handelingen uit te kunnen voeren, om verslagen te schrijven en om te reflecteren op het eigen handelen. Creëer tijd voor het leerproces.
4. Zorg voor voldoende afwisseling
Om met verschillende situaties in aanraking te komen en zoveel mogelijk aspecten van het vak te leren, is afwisseling nodig in taken en opdrachten. Zo blijven medewerkers ook echt bijleren en wordt de expertise verspreid binnen de organisatie.
5. Hou rekening met verschillende leermethodes
Iedereen heeft een eigen methode van leren die het beste werkt. De een zal liever eerst bij een ander kijken hoe het moet, de ander gaat het liefst zelf aan de slag en de derde wil liever eerst in de theorie duiken. Biedt mogelijkheden voor alle vormen van leren, zodat voor iedere lerende de methode optimaal is. Zorg voor afwisseling in werkvormen, zorg dat mensen formeel kunnen leren wanneer dat nodig is, en maak waar nodig gebruik van (digitale) hulpmiddelen.
6. Overvraag niet
Een succesvol leerproces sluit aan bij wat iemand al kan, en biedt daar nieuwe uitdagingen en elementen in. Nieuwe taken moeten haalbaar zijn, en aansluiten bij het niveau en het tempo van de lerende. Schakel waar nodig mensen in met specifieke expertise om een proces goed te kunnen begeleiden.
7. Let op de timing
Veel willen leren en inzetten op verschillende aspecten is leuk, maar mensen kunnen niet alles tegelijk. Let er bij het inzetten van een traject op dat het past binnen de werkzaamheden en aansluit op de behoefte van de medewerkers. Start een traject niet tegelijkertijd met andere activiteiten of andere grote (verander)trajecten. Gebruik eventueel een LMS waarin medewerkers de regie kunnen nemen over hun eigen leertraject en dit zelf in kunnen plannen.
8. Ken ieders sterke kanten
Welke medewerker heeft welke expertise? Wie heeft veel inhoudelijke kennis over het onderwerp, of wie kan juist goed een gesprek aangaan? Er is vaak binnen een zorginstelling al enorm veel kennis aanwezig. Door inzicht te hebben in ieders kwaliteiten kan een leertraject zo efficiënt mogelijk ingezet worden. Zo wordt expertise verder gedeeld binnen de organisatie en weten medewerkers elkaar steeds beter te vinden.
9. Zorg voor goede feedback
Feedback geven is een belangrijk onderdeel in een leerproces en is nodig voor zelfreflectie. Medewerkers kunnen hierin getraind worden, om op de juiste manier feedback te geven en te ontvangen. Maak hiervoor eventueel gebruik van een goed instrument, zoals 360-graden-feedback.
10. Laat leren twee kanten op werken
Niet alleen de lerende kan leren van de meer ervaren medewerker. De ervaren medewerker of opleider kan ook leren van de frisse blik en nieuwste informatie van de lerende. Leersituaties kunnen namelijk vanuit 2 kanten op ontstaan; het toepassen van geleerde theorie in de praktijk, of een praktijksituatie die vraagt om meer theoretische kennis. Belangrijk is dat begeleiders hiervoor open staan en zelf dus ook willen leren.
11. Maak leren leuk
Het leren van nieuwe vaardigheden of kennis kan een verrijking zijn en mensen motiveren. Als de voorwaarden tenminste goed zijn en de manier van leren aanspreekt. Zorg voor de juiste randvoorwaarden en maak plezier tijdens het leren door bijvoorbeeld leuke werkvormen in te zetten. Als leren leuk is, zullen mensen zich graag verder blijven ontwikkelen. Daar profiteert de hele organisatie van.
Geschreven door: Marjolein Streur – Kranenburg.
Meer over opleiden & ontwikkelen in de zorg? Bekijk ons kenniscentrum voor opleiden & ontwikkelen.
Artikelen over opleiden & ontwikkelen in de zorg in jouw mailbox? Meld aan voor onze nieuwsbrief voor leerhuizen in de zorg.