Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Mary Dankbaar: ‘Schat tijdig de haalbaarheid van onderwijsconcepten in’

Hoe stel je een onderwijsvisie op? Wat zijn de kernpunten van een visie op leren? Verschillende professionals geven in een reeks artikelen hun visie. Mary Dankbaar, programmaleider digitaal leren en innoveren bij het Erasmus MC, bijt het spits af. ‘Context is heel belangrijk.’

Mary Dankbaar en haar collega’s zijn de afgelopen periode hard bezig geweest met het opstellen van een nieuwe onderwijsvisie. ‘We actualiseren onze visie ongeveer eens in de zes à zeven jaar’ vertelt ze. ‘Meestal bij elk nieuw curriculum dat we ontwikkelen. Dat was nu het geval voor de opleiding geneeskunde.’

Visie op onderwijs

Dankbaar is betrokken bij het onderwijs voor de academische opleidingen. Naast geneeskunde gaat het om de research masters, klinische en nanobiologie. Ze spreekt bewust over een visie op onderwijs in plaats van een visie op leren. ‘Er is veel onderzoek gedaan naar hoe mensen leren. Dat is een gegeven dat niet verandert. Maar op de vraag wat goed onderwijs is, zijn veel antwoorden mogelijk. Daarop kun je een visie ontwikkelen.’

Meer sociaal contact

Een essentiële vraag bij de opstelling van een onderwijsvisie is volgens Dankbaar: wat is de context van onze doelgroep? Dankbaar en haar collega’s ontwikkelen onderwijs voor studenten die nog in de initiële opleiding zitten. ‘Dan gelden er andere principes dan voor professionals die al aan het werk zijn en bijscholing volgen’ licht ze toe. ‘Zo hebben studenten veel meer behoefte aan sociaal contact tijdens het leren dan mensen die al in een baan zitten. Ook moeten we meer casuïstiek aanreiken omdat studenten minder context hebben over hoe ze de kennis kunnen toepassen.’

Concentratieboog verminderd

Dankbaar en haar collega’s observeerden nog een aantal andere ontwikkelingen. Zo veranderen studenten in hun gedrag en hoe ze met elkaar communiceren. De concentratieboog van studenten is, door de vele toegenomen prikkels, in de loop der jaren bijvoorbeeld sterk verminderd. ‘Twintig jaar geleden kon je nog een video van twintig, minuten aanbieden’ vervolgt Dankbaar. ‘Een filmpje langer dan vijf minuten kun je nu niet meer laten zien. Daarna moet je een interactief element, bijvoorbeeld een quizvraag, aanbieden.’’

Meer online onderwijs

Ook opmerkelijk was dat studenten na twee jaar ‘corona-onderwijs’ met veel online onderwijs nu regelmatig de voorkeur blijken te geven aan thuisonderwijs. Terwijl in de focusgroepen die werden georganiseerd over de ervaringen in coronatijd, naar voren kwam dat ze het contact met medestudenten en docenten erg hadden gemist. De behoefte aan meer online onderwijs is met name pragmatisch, vermoedt Dankbaar. ‘Studenten hebben vaak bijbaantjes om hun studie te bekostigen. Dan is online onderwijs efficiënter. Wij gaan opnieuw in gesprek met de studenten om hun motieven goed in beeld te krijgen en te bekijken hoe we daarop willen inspelen.’

(Te) veel keuzes

Voor het opstellen van de nieuwe visie doken onderwijsdeskundigen in de literatuur om belangrijke leerprincipes op een rij te zetten. Dankbaar: ‘De leerprincipes vertalen naar een didactisch concept heeft de meeste tijd gekost. Er zijn veel keuzes mogelijk. Je kunt je makkelijk verliezen in alle mogelijkheden die er zijn.’ Het document werd in een later stadium beoordeeld door een bredere groep: de opleidingsdirectie en de coördinatoren.

Didactische uitgangspunten

Een aantal belangrijke didactische uitgangspunten die de basis vormen voor het nieuwe curriculum zijn: leren over en in de beroepscontext (in de voorbereiding hierbij kan goed online materiaal worden ingezet). En uitgaan van een Spiral curriculum: door met toenemende complexiteit voort te bouwen op verworven kennis en vaardigheden, beklijft de stof beter.

‘Ons doel is onder andere om de praktijk, meer dan nu het geval is, te integreren in het onderwijs’ vervolgt Dankbaar. ‘We zullen vaker onderwijs aanreiken via casussen. Ook gaan we meer toe naar het werken in projecten. Dat is een minder schoolse vorm van onderwijs die studenten meer vrijheid en verantwoordelijkheid geeft. Bovendien krijgen ze op die manier meer mogelijkheden om ook projecten buiten de instelling op te pakken. Denk aan het meedenken over een oplossing voor een wijk waar mensen veel last hebben van luchtvervuiling.’

Haalbaarheid onderwijsconcepten

Bij onderwijsvernieuwing is het cruciaal om de concepten in de praktijk te toetsen, bijvoorbeeld met pilots. Daarbij is het volgens Dankbaar belangrijk om goed te kijken naar de haalbaarheid van de concepten: hoeveel stof past in een week? Wat kunnen docenten aan? Wat is de impact op de financiën en de onderwijsruimtes? ‘Zo kun je een prachtig didactisch concept bedenken met veel kleinschalig onderwijs’ licht Dankbaar toe. ‘Maar wij hebben vierhonderdvijftig eerstejaarsstudenten. Alleen maar kleinschalig onderwijs geven, is gewoon niet haalbaar. Dan moet je gaan kijken wat er wel mogelijk is.’

 

Geschreven door: Sigrid Starremans.

Meer over opleiden & ontwikkelen in de zorg? Bekijk ons kenniscentrum voor opleiden & ontwikkelen.

Artikelen over opleiden & ontwikkelen in de zorg in jouw mailbox? Meld aan voor onze nieuwsbrief voor leerhuizen in de zorg.