Bij veel scholen wordt er vaak gekozen voor het laten maken van verslagen als toetsvorm. Hoewel dit niet verkeerd is, kan het herhaaldelijk gebruik van dezelfde toetsvorm saai en minder effectief zijn voor studenten. Variatie in toetsvormen maakt het niet alleen interessanter, maar kan ook beter aansluiten op het gewenste gedrag van studenten. Onderzoek toont aan dat een mix van toetsvormen een betrouwbaarder en meer valide oordeel geeft over het werkelijke functioneren van een student.
Het belang van leerdoelen
Formuleren van leerdoelen
Leerdoelen vormen de basis voor het kiezen van de juiste toetsvorm. Gebruik het kwalificatiedossier (MBO) of de eindkwalificaties (HBO) om te bepalen aan welke criteria studenten moeten voldoen. Bij het formuleren van leerdoelen moet je ook nadenken over de context waarin het gedrag moet worden getoond (theorie, school, praktijk) en het niveau van het beoogde gedrag. Hulpmiddelen zoals de Taxonomie van Bloom of de taxonomie van Miller kunnen hierbij helpen.
Keuze van toetsvormen op basis van leerdoelen
Het werkwoord in je leerdoel geeft richting aan je keuze voor de toetsvorm. Als je wilt dat een student bepaald gedrag toont, is een theorietoets niet geschikt. Anderzijds, als het doel is dat een student iets beschrijft, kan een theorietoets juist wel passend zijn. Hoe duidelijker je doel is omschreven, hoe beter je de toetsvorm kunt bepalen.
Overzicht van toetsvormen
Kennistoetsen
Kennistoetsen beoordelen de beheersing van kennis. Voorbeelden zijn theorietoetsen, meerkeuzetoetsen, mondelinge toetsen en open boek tentamens. Deze zijn vooral geschikt voor lagere cognitieve vaardigheden zoals onthouden en begrijpen.
Casustoetsen
Casustoetsen leggen de student situaties uit het werkveld voor, waarop de student een analyse of reactie moet geven. Deze toetsvorm is geschikt voor hogere cognitieve vaardigheden zoals toepassen, analyseren en evalueren.
Verslagen en projecten
Verslagen en projectopdrachten bieden studenten de mogelijkheid om hun bevindingen en handelingen te beschrijven. Deze vormen zijn ideaal voor het toepassen van kennis in een praktische context.
Presentaties en discussies
Presentaties en discussies evalueren zowel kennis als vaardigheden zoals spreekvaardigheid en het vermogen om standpunten te verdedigen. Deze vormen zijn geschikt voor formatieve toetsen en het testen van hogere cognitieve vaardigheden.
Vaardigheidstoetsen
Vaardigheidstoetsen, zoals skillstoetsen en practicumtoetsen, zijn gericht op het toetsen van praktische vaardigheden. Deze zijn vaak nodig in technische en zorgopleidingen.
Groepsopdrachten en beroepsproducten
Groepsopdrachten en beroepsproducten zoals projectverslagen en beleidsvoorstellen beoordelen de samenwerking en de toepassing van beroepsspecifieke vaardigheden.
Reflectieverslagen en procesverslagen
Reflectieverslagen en procesverslagen bieden inzicht in de persoonlijke en professionele groei van studenten. Deze vormen stimuleren zelfreflectie en het vermogen om eigen handelen kritisch te evalueren.
Digitale toetsen
Digitale toetsen kunnen zowel open als gesloten vragen bevatten en bieden voordelen zoals automatische nakijkmogelijkheden en fraudepreventie. Deze vormen zijn flexibel en kunnen op afstand worden afgenomen.
Criteriumgericht, normgericht en ipsatief toetsen
Criteriumgericht toetsen
Criteriumgericht toetsen beoordeelt studenten op basis van vooraf vastgestelde criteria. Deze methode is geschikt voor het objectief meten van specifieke vaardigheden en kennis.
Normgericht toetsen
Bij normgericht toetsen wordt de prestatie van een student vergeleken met die van anderen. Dit is nuttig voor het rangschikken van studenten, maar minder geschikt voor het meten van individuele voortgang.
Ipsatief toetsen
Ipsatief toetsen vergelijken de huidige prestaties van een student met zijn of haar eerdere prestaties. Deze vorm is ideaal voor het meten van persoonlijke groei en ontwikkeling.
Summatieve en formatieve toetsen
Summatieve toetsen
Summatieve toetsen worden aan het einde van een leerperiode afgenomen om de kennis en vaardigheden van studenten te beoordelen. Deze toetsen zijn meestal beslissend voor het behalen van een diploma of certificaat.
Formatieve toetsen
Formatieve toetsen worden tijdens het leerproces afgenomen om de voortgang van studenten te monitoren en bij te sturen. Ze bieden waardevolle feedback en helpen studenten om zich voor te bereiden op summatieve toetsen.
Programmatisch toetsen
Programmatisch toetsen is een geïntegreerde benadering waarbij verschillende toetsvormen en momenten worden gebruikt om een compleet beeld te krijgen van de ontwikkeling van een student. Het richt zich op continue feedback en het begeleiden van studenten naar hun leerdoelen.
Veelgestelde Vragen
1. Wat is het belangrijkste verschil tussen summatieve en formatieve toetsen?
Summatieve toetsen worden gebruikt om aan het einde van een leerperiode de kennis en vaardigheden van studenten te beoordelen, vaak beslissend voor diploma’s of certificaten. Formatieve toetsen monitoren de voortgang tijdens het leerproces en bieden feedback om studenten te helpen zich voor te bereiden op summatieve toetsen.
2. Hoe helpt de taxonomie van Bloom bij het kiezen van een toetsvorm?
De taxonomie van Bloom helpt bij het bepalen van de cognitieve niveaus die je wilt toetsen (zoals onthouden, begrijpen, toepassen, analyseren, evalueren en creëren). Dit helpt bij het kiezen van een passende toetsvorm die aansluit op het gewenste leerdoel.
3. Wat zijn de voordelen van digitale toetsen?
Digitale toetsen bieden voordelen zoals automatische nakijkmogelijkheden, flexibiliteit in afnametijd en plaats, en fraudepreventie. Ze kunnen zowel open als gesloten vragen bevatten en zijn geschikt voor formatieve en summatieve toetsing.
4. Wat is het verschil tussen criteriumgericht en normgericht toetsen?
Criteriumgericht toetsen beoordeelt studenten op basis van vooraf vastgestelde criteria, terwijl normgericht toetsen prestaties vergelijkt met die van andere studenten. Criteriumgericht toetsen is objectiever voor het meten van specifieke vaardigheden, terwijl normgericht toetsen nuttig is voor rangschikken.
5. Hoe bevordert programmatisch toetsen de studentontwikkeling?
Programmatisch toetsen biedt een geïntegreerde benadering met verschillende toetsvormen en momenten, gericht op continue feedback en begeleiding. Het helpt studenten om hun leerdoelen te bereiken door voortdurende evaluatie en aanpassing.
Tot slot
Toetsing is een cruciale bouwsteen voor het succes van studenten. Het kiezen van de juiste toetsvorm op basis van leerdoelen en onderwijsactiviteiten zorgt voor een effectieve beoordeling en stimuleert het leerproces. Variatie in toetsvormen biedt een betrouwbaarder en meer valide oordeel over het werkelijke functioneren van een student. Door summatieve en formatieve toetsing te combineren en programmatisch te toetsen, creëer je een omgeving waarin studenten worden uitgedaagd en ondersteund in hun persoonlijke en professionele groei. Passende toetsing leidt niet alleen tot betere prestaties, maar ook tot een diepere en meer betekenisvolle leerervaring.