Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Het verhaal van een stagiaire in de zorg: werkbegeleiders die pesten

Lotte is een stagiaire die te maken krijgt met pestgedrag en onterechte kritiek van haar werkbegeleiders. Dit verhaal, geïnspireerd op realistische ervaringen, biedt waardevolle inzichten voor stagebegeleiders over het creëren van een respectvolle leeromgeving voor stagiaires. Leer hoe je als stagebegeleider effectief kunt ingrijpen en ondersteuning kunt bieden.

Het verhaal van Lotte is een fictief, maar realistisch voorbeeld van een stagiaire die te maken krijgt met onprofessioneel gedrag van haar werkbegeleiders. Dit verhaal is geïnspireerd op de ervaringen van meerdere stagiaires, waarbij pestgedrag, flauwe opmerkingen en onterechte kritiek op de werkvloer de dagelijkse realiteit werden. Lotte voelt zich buitengesloten en onzeker door de constante kritiek en het gebrek aan steun. Dit verhaal is bedoeld om stagebegeleiders bewust te maken van de impact die werkbegeleiders kunnen hebben op de leerervaring van stagiaires en biedt inzichten in hoe dit soort situaties voorkomen en aangepakt kunnen worden. Door van dit verhaal te leren, kunnen stagebegeleiders effectievere ondersteuning bieden en een veilige, respectvolle leeromgeving creëren voor stagiaires in de zorg.

 

Het verhaal van Lotte: Stagiaire in een pestende werkomgeving

Ik ben Lotte, een 21-jarige verpleegkundestudent, en ik zit midden in mijn derdejaars stage in het ziekenhuis. Ik had er zoveel zin in: eindelijk de theorie omzetten in praktijk! De eerste week ging goed, ik voelde me welkom en er was ruimte voor vragen. Maar na een paar dagen begon ik iets te merken. Mijn werkbegeleiders, vooral Anne en Peter, stonden niet bepaald open voor mijn vragen. En het ging niet om de vraag of ik een techniek goed uitvoerde, maar om alles eromheen. Of ik snel genoeg was, of ik het meteen begreep. Elke keer als ik iets verkeerd deed, kwam er meteen een opmerking: “Had je dat niet kunnen weten?” of “Zo hoort het niet, het is toch zo simpel!”

Ik voelde me constant onder druk staan. De sfeer was zó anders dan wat ik me had voorgesteld. Als ik een vraag stelde, werd er vaak met een sarcastische opmerking gereageerd. “Vraag maar aan een collega, dit is geen basisschool, Lotte,” zei Peter bijvoorbeeld toen ik vroeg hoe ik een apparaat juist moest afstellen. Het was alsof ik er niet mocht zijn, alsof ik mijn plaats niet kende. Het ergste was toen ik vroeg om uitleg over een medische handeling die ik niet goed had uitgevoerd. Anne keek me aan en zuchtte, en zei: “Dit had je gewoon moeten weten, zo moeilijk is het niet.” Ik wilde me verstoppen. De anderen in het team leken de kritiek niet zo zwaar op te nemen, maar ik voelde me elke keer weer kleiner worden.

Het was niet alleen ik. Het gebeurde elke keer als ik met een van de andere stagiaires in de buurt was. We voelden ons allemaal onhandig en onzeker. Soms werd een van ons terechtgewezen voor iets kleins, zoals een verkeerde administratie, en werd er op een vervelende manier gezegd: “Is dit nou zo moeilijk, of moet ik je weer alles uitleggen?” Of wanneer we in de pauze zaten, hoorde je opmerkingen van de werkbegeleiders zoals: “De stagiaires hebben het altijd zo druk, maar wat doen ze eigenlijk?” en “Ze vragen de hele tijd de simpelste dingen. Ze moeten wel beter leren zoeken.” Ik weet dat we niet alles direct moeten weten, maar er leek echt geen begrip voor het feit dat wij in de leerfase zaten.

Het begon mijn zelfvertrouwen te ondermijnen. Ik stelde mezelf constant in vraag. De hele dag door kreeg ik de indruk dat ik niet goed genoeg was, dat ik niet hoorde bij het team. De flauwe opmerkingen kwamen elke keer weer terug, en ik merkte dat mijn motivatie begon af te nemen. Had ik überhaupt wel de juiste keuzes gemaakt door voor dit vak te kiezen? Misschien was ik hier gewoon niet geschikt voor.

En toen gebeurde het. Op een middag, toen ik een bloeddrukmeter niet goed had afgesteld, zei Peter: “Je moet echt eens opletten, dit is niet de eerste keer dat je zo’n fout maakt. Wil je echt verpleegkundige worden?” Het was de druppel. Ik voelde me zo klein, zo onprofessioneel. Ik dacht serieus na over of ik de stage niet beter kon stoppen. Er was een moment waarop ik dacht: “Wat als ik naar een ander ziekenhuis ga, een plek waar ze wel de tijd voor me nemen en me niet als een last zien?”

Maar ik wist dat stoppen geen oplossing zou zijn. Ik wilde leren, ik wilde echt dat dit mijn vak werd, en ik wilde niet dat deze paar weken alles zouden bepalen. Toch vroeg ik me af of ik na deze stage überhaupt wel verder wilde met deze werkplek. Het was niet de sfeer waarin ik dacht dat ik zou kunnen groeien.

Ik had gewoon meer geduld van hen gewild. Ik weet dat werkbegeleiders druk zijn, maar ik dacht dat ze hier waren om ons te helpen. Ik had geen flauwe opmerkingen willen horen, maar uitleg en steun. Het voelde alsof de werkbegeleiders niet echt interesse in ons hadden als mensen, maar vooral in het afvinken van hun takenlijst. Ze keken niet naar ons als stagiaires, maar als tijdelijke last. En het ergste was dat ze niet doorhadden hoe schadelijk hun gedrag was. Het raakte me dieper dan ik had gedacht. Elke dag leek het erger te worden. Ik durfde niet eens meer vragen te stellen, uit angst voor de reactie. Ik voelde me helemaal niet welkom. Ik weet dat stagiaires niet altijd het beste doen, maar ik voelde me nooit echt een waardevolle aanvulling voor het team.

 

Pestgedrag op de werkvloer

Pestgedrag op de werkvloer is helaas een veelvoorkomend probleem, vooral in veeleisende werkomgevingen zoals de zorg en de publieke sector. Volgens het CBS wordt ongeveer 8% van de werkende volwassenen geconfronteerd met pesten op de werkvloer, en dit aantal is zelfs hoger in sectoren zoals de zorg, waar tot 31% van de werknemers meldingen van pestgedrag doen. Dit pestgedrag varieert van flauwe opmerkingen en kritiek op kleine fouten tot ernstigere vormen zoals intimidatie en sociaal uitsluiten. In de zorg blijkt bijvoorbeeld dat 13% van de zorgmedewerkers aangeeft dat hun werkgever geen adequate maatregelen neemt om pesten tegen te gaan​.

 

Oorzaken pestgedrag op de werkvloer

Pestgedrag komt vaak voort uit verschillende oorzaken. In veel gevallen speelt de werkdruk een grote rol. Wanneer medewerkers of werkbegeleiders overbelast zijn, kunnen ze onterecht frustratie afreageren op anderen, vooral als ze weinig tijd hebben voor geduldige begeleiding of het aanleren van nieuwe vaardigheden aan stagiaires. Dit kan leiden tot onbewust of bewust gedrag dat als pesten ervaren wordt, zoals het maken van denigrerende opmerkingen of het negeren van vragen van stagiaires. Andere mogelijke oorzaken zijn het zondebokfenomeen, de strijd om de gunst van de meerdere of een gespannen werksfeer.

De pesters zijn zich vaak niet volledig bewust van de impact die hun gedrag heeft op de ander, vooral als het gedrag door de werkdruk of stress wordt veroorzaakt. Soms wordt het gedrag gezien als een manier om de eigen positie te behouden of om controle uit te oefenen in een stressvolle omgeving​.

In zulke gevallen kunnen stagebegeleiders een cruciale rol spelen. Het is belangrijk dat zij zich bewust zijn van de dynamiek op de werkvloer en actiever ingrijpen wanneer pestgedrag voorkomt, om zowel de stagiaire als de werkbegeleider te ondersteunen bij het creëren van een respectvolle werkcultuur. Het bevorderen van open communicatie en het bieden van trainingen over gedragsnormen kunnen helpen om pestgedrag in de kiem te smoren.

 

Hoe om te gaan met een stagiaire die pestgedrag van werkbegeleiders ervaart?

De stagebegeleider heeft een belangrijke rol in het herstellen van de situatie en het creëren van een veilige en leerzame omgeving voor de stagiaires. Hier volgen enkele concrete acties die de stagebegeleider kan ondernemen om de problemen tussen werkbegeleiders en stagiaires aan te pakken:

  1. Creëer een veilige ruimte voor feedback Zorg ervoor dat stagiaires zich veilig voelen om hun ervaringen en zorgen te delen. Bied regelmatig de gelegenheid voor vertrouwelijke gesprekken, zodat de stagiaire zich gesteund voelt en open kan praten over haar ervaringen met pestgedrag zonder angst voor repercussies.
  2. Observeer het gedrag van werkbegeleiders Het is belangrijk om als stagebegeleider regelmatig te observeren hoe de werkbegeleiders omgaan met stagiaires. Merk je ongepaste opmerkingen, negatieve feedback of een ongezonde dynamiek op, neem dan het initiatief om dit aan te kaarten. Het is cruciaal om deze problemen vroegtijdig te signaleren en actie te ondernemen.
  3. Ondersteun de stagiaire bij het verwerken van feedback Als een stagiaire negatieve feedback ontvangt, bespreek dit dan samen met haar. Help haar om te begrijpen of de kritiek terecht is, en bespreek hoe zij deze op een constructieve manier kan gebruiken om te groeien. Het is belangrijk dat zij leert hoe ze met negatieve feedback om kan gaan, maar zonder dat ze het persoonlijk neemt.
  4. Versterk positieve interacties tussen werkbegeleiders en stagiaires Moedig werkbegeleiders aan om positieve en constructieve feedback te geven, gericht op het verbeteren van vaardigheden in plaats van het afkraken van de stagiaire. Zorg ervoor dat werkbegeleiders zich bewust zijn van de impact van hun woorden en dat ze het belang van waardering en erkenning van stagiaires begrijpen.
  5. Bied training aan werkbegeleiders Werkbegeleiders hebben wellicht geen bewust besef van hoe ze overkomen op stagiaires. Organiseer trainingen voor werkbegeleiders over effectief communiceren en het geven van opbouwende feedback. Dit kan helpen om negatieve gedragingen om te buigen naar een meer ondersteunende benadering.
  6. Erken de situatie van de stagiaire Laat de stagiaire weten dat je haar situatie begrijpt en dat haar gevoelens gerechtvaardigd zijn. Bied steun door het delen van concrete voorbeelden van hoe je haar kunt helpen om met de situatie om te gaan en hoe je samen naar een oplossing kunt zoeken.
  7. Streef naar een cultuur van respect binnen het team Het is essentieel om een cultuur van respect en samenwerking te bevorderen, niet alleen tussen stagiaires en werkbegeleiders, maar ook binnen het gehele team. Als stagebegeleider kun je het voortouw nemen door positieve, respectvolle communicatie voor te leven.
  8. Plan regelmatige voortgangsgesprekken Zorg voor regelmatige gesprekken waarin je met de stagiaire bespreekt hoe haar stage verloopt. Dit geeft haar de gelegenheid om aan te geven waar ze tegenaan loopt, zoals pestgedrag van werkbegeleiders, en biedt de ruimte om oplossingen te bespreken.
  9. Ondersteun bij het omgaan met werkdruk Aangezien werkbegeleiders mogelijk onder hoge werkdruk staan, kan het nuttig zijn om stagebegeleiders te ondersteunen in het managen van deze werkdruk. Dit kan door het structureren van de werkbelasting of door het aanstellen van extra ondersteuning voor stagiaires, zodat werkbegeleiders zich niet overbelast voelen.
  10. Interveneer snel en effectief Als je merkt dat er sprake is van pestgedrag, is het belangrijk om snel in te grijpen. Praat zowel met de werkbegeleiders als met de stagiaire om de situatie te begrijpen en een oplossing te vinden. Zorg ervoor dat je bij herhaaldelijk negatief gedrag de werkbegeleiders aanspreekt op hun verantwoordelijkheid om een positieve werkomgeving te creëren voor stagiaires.