In het beroepsonderwijs is het belangrijk dat studenten niet alleen kennis vergaren, maar ook leren redeneren, verbanden leggen en keuzes maken. Vragen kunnen daar krachtig bij helpen, mits ze goed zijn opgebouwd. Dit artikel biedt handvatten voor docenten die hun vraagstelling willen versterken, ook in minder talige of theoretische vakken.
Waarom vragen stellen ertoe doet
Een goed geplaatste vraag zet studenten aan het denken. Niet alleen op cognitief niveau (kennis reproduceren), maar ook op het vlak van toepassing, analyse en reflectie. Het gaat niet alleen om het juiste antwoord, maar om het proces ernaartoe. In een les over palliatieve zorg kun je bijvoorbeeld beginnen met een vraag als: “Wat zou jij belangrijk vinden in de laatste levensfase van een patiënt?” Zo’n vraag nodigt uit tot nadenken en gesprek, en legt de link met persoonlijke waarden én vakinhoud.
Hoe bouw je vragen op in zorgonderwijs?
Start vanuit kennis
Elke les begint met het leggen van een basis. Zorg ervoor dat studenten eerst beschikken over de nodige feitelijke kennis. Pas daarna kun je hen vragen om verbanden te leggen of meningen te vormen. Voorbeeldvragen:
- Wat zijn de kenmerken van een ethische dilemma in de zorg?
- Hoe pas je de hygiëneregels toe op een geriatrieafdeling?
- Wat zou een verpleegkundige kunnen zeggen over het nut van reflectieverslagen?
Variatie in denkniveaus
Bouw je vragen op in stappen:
- Herinneren: Wat is het verschil tussen intramusculair en subcutaan injecteren?
- Begrijpen: Waarom is het belangrijk om een patiënt met decubitus regelmatig te verleggen?
- Toepassen: Hoe zou jij uitleg geven over medicatie aan een patiënt met beperkte gezondheidsvaardigheden?
- Analyseren: Wat zie je als knelpunt in deze casus van een patiënt met COPD?
- Evalueren: Welke zorgkeuze zou jij maken en waarom?
- Creëren: Ontwerp een kort voorlichtingsmoment voor familieleden van iemand met dementie.
Vraagvormen in minder talige vakken
Ook in kennisvakken zoals anatomie of verpleegtechniek kun je vragen stellen die verder gaan dan de feiten. Neem bijvoorbeeld:
- “Waarom wordt bij deze handeling een steriele techniek gebruikt?”
- “Hoe kun je controleren of een patiënt goed reageert op een pijnstiller?”
Of laat studenten praktisch redeneren met een casus: “Je ziet een patiënt met koorts en verwardheid. Wat zou je eerste stap zijn en waarom?” Zo help je hen nadenken over praktijkgericht handelen.
Betrokkenheid van de hele klas
Geen solo-vragen
Vragen stellen aan slechts één student werkt vaak uitsluiting in de hand. Gebruik liever methodes waarbij iedereen meedoet:
- Laat studenten eerst nadenken, eventueel in tweetallen.
- Gebruik naamkaartjes of apps zoals Mentimeter om willekeurig studenten te betrekken.
- Laat studenten reageren op elkaars antwoorden: “Ben jij het daarmee eens?”, “Waarom denk jij dat?”
Geef tijd om na te denken
Wacht minstens 3 tot 5 seconden na het stellen van een vraag. Snelle antwoorden komen meestal van dezelfde studenten. Wachten verhoogt de kans dat meer studenten meedenken.
Hoe bouw je dit op in een veilige leeromgeving?
Een les waarin studenten zich vrij voelen om te antwoorden, begint met duidelijkheid en vertrouwen. Leg vooraf uit wat je gaat doen. Bijvoorbeeld: “Vandaag probeer ik iets nieuws: ik stel open vragen waar niet altijd één goed antwoord op is.” Dat haalt de druk weg en nodigt uit.
Ook rollenspellen kunnen helpen. Laat studenten een mening verwoorden vanuit een rol: “Wat zou een mantelzorger kunnen vinden van deze situatie?” Zo hoeven ze hun eigen mening niet te delen, maar blijven ze wel betrokken.
Omgaan met onvoorspelbaarheid
Open vragen leiden soms tot onverwachte reacties. Zie dat niet als storing, maar als kans. Herken de logica in het antwoord, geef gerichte feedback en stuur bij met een vervolgvraag: “Interessant, maar hoe past dat in de richtlijnen voor infectiepreventie?” Zo blijf je op koers én houd je het gesprek levend.
Kleine stappen maken een groot verschil
Voor docenten die minder gewend zijn om vragen in te zetten, is het goed om klein te beginnen. Eén goed gekozen vraag aan het begin van een les kan al verschil maken. En reflecteer na afloop: Wat werkte? Wat niet? Vraag ook gerust feedback aan studenten.
Een praktische suggestie: schrijf na een lessenreeks de behandelde thema’s op en laat studenten met gekleurde post-its aangeven wat ze interessant vonden, lastig of leerzaam. Het biedt inzicht in hun beleving én motiveert om het gesprek te blijven voeren.
Acht tips voor vraagtechnieken in de klas
- Ontwerp vooraf vragen op verschillende denkniveaus.
- Begin eenvoudig en werk toe naar complexere denkvragen.
- Combineer open en gesloten vragen.
- Laat voldoende bedenktijd.
- Gebruik willekeurige selectie of groepswerk in plaats van vingers opsteken.
- Moedig aan dat studenten op elkaar reageren.
- Stel vervolgvragen die het denken verdiepen.
- Geef gerichte, inhoudelijke feedback.