Stel een vraag waarbij je laat zien wat je wel en niet weet. Dus vraag niet alleen: ‘Waarom doe je dat?’ Maar geef ook aan: ‘Want ik dacht dat het zus en zo moest.’ Of: ‘Ik heb gisteren gezien dat het anders ging.’ Het is een van de adviezen die studenten krijgen in de leergang waarin ze leren om zoveel mogelijk uit werkplekleren te halen. ‘Op die manier laat je je eigen context zien en kan de supervisor aansluiten op wat je al wel weet’ licht Marije Hennus toe. ‘Daarmee deel je meer met je docent waar je precies staat in de opleiding.’
Hennus is, naast kinderarts-intensivist, associate professor medisch onderwijs en opleider. Gaat het om onderwijs dan is het haar missie om werkplekleren te optimaliseren. ‘90% van de leerervaringen van zorgprofessionals vindt plaats op de werkvloer’ licht ze toe. ‘Maar in de opleiding zijn we vooral gericht op formeel onderwijs, dus onderwijs in collegebanken of via e-learnings.’
Niet op de hoogte
In de (vervolg)opleiding ben je als arts en ook als verpleegkundige al veel op de werkplek, erkent ze. ‘Maar heb je dan ook geleerd op welke manier je daar efficiënt kunt leren? Het antwoord is meestal “nee”. En nog veel interessanter: veel docenten zijn er ook niet van op de hoogte! Ze weten niet goed hoe je leermomenten herkent en hoe je onderwijs daar vormgeeft. Als een student of verpleegkundige onderwijs moet krijgen op de werkplek, dan wordt vaak gedacht: oh dan moeten we even een moment vrij plannen en een ruimte regelen om op het onderwerp terug te komen. Dan ben je dus weer op een formele manier onderwijs aan het geven.’
Van BKO naar KKO
Hennus vindt het frappant dat er in medische opleidingen zo weinig expliciet stilgestaan wordt bij werkplekleren. Daarom ging ze aan de slag met het ontwikkelen van leerprogramma’s voor verschillende doelgroepen. ‘We zijn begonnen met de ervaren supervisoren’ vertelt ze. ‘Wij hebben van de basiskwalificatie, de BKO, een werkplekvariant gemaakt die we KKO noemen, Kwalificatie Klinisch Onderwijs. Deze leergang heeft dezelfde aandachtsdomeinen als de BKO, maar dan vertaald naar werkplekleren.’
Andere manier van toetsen
De leergang is niet alleen bedoeld voor artsen maar ook voor verpleegkundigen en andere zorgprofessionals. Een van de onderwerpen die aan de orde komen, is het beoordelen en het geven van feedback op de werkplek. Een voorbeeld is het toetsen van competenties. Dat zijn er enkele honderden, dus het is lastig om ze allemaal los van elkaar te beoordelen. ‘Bovendien gaat het er niet zozeer om dat je die competenties hebt maar vooral over hoe je ze gebruikt om taken uit te voeren’ verduidelijkt Hennus. ‘Neem de competentie communiceren. Misschien kun je goed communiceren in een bar of op een feestje. Maar het gaat erom hoe je deze competentie inzet in een patiëntengesprek. En dat is andere manier van toetsing dan die nu wordt gebruikt.’
Geen cijfers
Ook krijgen studenten idealiter geen cijfers meer voor taken die ze uitvoeren. Maar wordt ingeschat hoeveel supervisie iemand nodig heeft om een taak goed uit te kunnen voeren. Hennus: ‘Dat iemand een 5 of een 8 heeft voor het uitvoeren van een bepaalde handeling, daar kan ik niet zoveel mee als supervisor. Wat wel relevant is, is dat ik weet hoeveel en op welke punten een student begeleiding nodig heeft van mij om een bepaalde taak veilig en zelfstandig te kunnen uitvoeren.’
Verbeteren communicatie
Een aantal leerpunten gaan over het verbeteren van de communicatie. Studenten die vragen stellen, vindt Hennus een mooi voorbeeld op dat vlak. ‘Dat vinden studenten vaak heel lastig en spannend. En dat begrijp ik ook. En ze worden er een beetje gek van dat, als ze dan een vraag stellen, de gemiddelde supervisor antwoordt: “Oh, dat is een goede vraag, zoek het antwoord zelf maar even op.” Dan denkt menig student: jeetje stel ik eens een vraag, word ik met een kluitje in het riet gestuurd. Het is belangrijk dat je als supervisor uitlegt dat zelfstudie een efficiëntere manier van leren is. Of dat dit niet het goede moment was om iets uit te leggen.’
Meer programma’s
Hennus en haar collega’s ontwikkelden ook een programma voor studenten geneeskunde. Daarnaast draait er een pilot programma voor AIOS en verpleegkundigen. Bovendien zijn de programma’s ook buiten de faculteit aangeslagen, zoals bij de faculteit Diergeneeskunde en de universitaire opleiding voor docenten.
Meer weten over het Zorgonderwijsvernieuwers congres? Bekijk het programma.
Geschreven door Sigrid Starremans